Op een melkschapenbedrijf in het Gelderse Brakel, net over de grens met Brabant, zijn dieren besmet geraakt met Q-koorts. Dat heeft demissionair minister Piet Adema van Landbouw woensdag gemeld. Als het om Q-koorts gaat, is Caroline van Kessel uit Den Bosch helaas ervaringsdeskundige. De Bossche lijdt sinds 2010 aan Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS). Dat het virus nu weer opduikt, vindt ze een klap in het gezicht van slachtoffers en nabestaanden.

Bijna een kwart van de mensen met Q-koorts heeft een jaar na de besmetting nog klachten. Het gaat dan vooral om vermoeidheid, maar ook nachtzweten, spierpijn, slaap- en concentratieproblemen. Dat blijkt uit onderzoeksresultaten die donderdag gepresenteerd werden bij een symposium in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch.

De Nijmeegse student longarts Gijs Limonard volgde voor het onderzoek een jaar lang een kleine groep patiënten in het dorp Herpen. Ook de GGD is een tijd geleden gestart met een onderzoek.

Eerste resultaten laten zien dat ongeveer 10 procent van de zieken een jaar later nog steeds klachten heeft. Een behandeling van Q-koorts is nog steeds niet bekend. Maatregelen die de overheid heeft genomen werpen tot nu toe geen vruchten af.

De gemeente Landerd was afgelopen jaar met 206 zieken de zwaarst getroffen gemeente. Burgemeester Van Doorn stuurde daarom onlangs een brandbrief naar minister Verburg.
Maatregelen
Verschillende Brabantse ziekenhuizen treffen extra beschermingsmaatregelen tegen Q-koorts. Dat doen ze als bekend is dat een aanstaande moeder de ziekte heeft of heeft gehad. Onder de maatregelen vallen schorten, mondkapjes en mutsen voor iedereen in de verloskamer. Na de bevalling krijgt de verloskamer een speciale poetsbeurt.

Artsen vermoeden dat de bacterie die Q-koorts veroorzaakt massaal aanwezig is in de placenta en het vruchtwater van een besmette vrouw. Het is niet bekend hoe groot het besmettingsgevaar in de verloskamer is.

Bron: Omroep Brabant 05-11-2009