BRAKEL – Op een melkschapenbedrijf in Brakel is een besmetting met Q-koorts geconstateerd. Het is voor het eerst sinds 2016 dat bij een bedrijf in ons land officieel sprake was van een besmetting. 35 ooien op het terrein waren niet gevaccineerd. Maar er is hier toch een vaccinatieplicht, hoe kan het dan toch misgaan?
Die schapen niet gevaccineerd? Een wappieboer?
Nou, even rustig. Dat kan, maar hoeft niet. In Brakel waren veruit de meeste schapen gewoon gevaccineerd. In de regels die voor dierenhouders gelden staan veel plichten, maar er zijn ook veel uitzonderingen, zo weten ze bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Het is nu aan hen om te kijken of er fouten zijn gemaakt en zo ja, welke. Ook wordt onderzocht of besmette of ongevaccineerde dieren naar andere schapenbedrijven zijn afgevoerd. Dat onderzoek kan nog wel even duren. De NVWA zei donderdag nog niet te weten hoe lang.
Wat moet een boer dan?
Schapen, maar ook geiten, moeten worden ingeënt. Die regels zijn best uitgebreid, maar als we naar het bedrijf in Brakel kijken, moeten de dieren in principe zijn ingeënt. Volgens de NVWA is bij bedrijven waar meer dan vijftig schapen worden gehouden voor melkproductie vaccinatie verplicht. Elk dier vanaf drie maanden oud moet elk jaar worden gevaccineerd.
Daarnaast gelden extra regels voor ooien die worden gedekt. Tussen drie en twaalf weken voor de ooi gedekt wordt, moet ze worden ingeënt. In de brief van de minister staat dat het het meest waarschijnlijk is dat een van de 25 ooien die lammetjes hebben gekregen besmet is. De besmetting is immers geconstateerd nadat de lammetjes werden geboren. In de melktank met moedermelk. Het lijkt er dus op dat de boer gewoon meewerkt aan het naleven van de regels.
Maar dan had dat schaap toch ingeënt moeten zijn?
Ho ho, dat zou je denken, maar dat moet dus worden gecontroleerd. Met hulp van de Gezondheidsdienst voor Dieren worden elke maand controles uitgevoerd in de melktank van bedrijven met een vaccinatieverplichting. Bij bedrijven die vanwege bijvoorbeeld een geloofsovertuiging dieren niet inenten worden die controles niet elke maand, maar elke twee weken uitgevoerd.
Daarnaast controleert de NVWA via steekproeven of boeren hun dieren op tijd laten vaccineren.
Kunnen boeren nog meer doen om Q-koorts tegen te gaan?
Jazeker. En dat kunnen ze niet alleen, dat moeten ze ook. Mest van schapen en geiten moeten ze dertig dagen op hun bedrijf laten liggen onder een luchtdoorlatend zeil. Of het moet meteen in de stal worden afgedekt en naar een speciaal bedrijf worden vervoerd voor verwerking.
Dat zijn veel stappen waar het fout kan gaan.
Maar het ging helemaal niet fout, vindt voorzitter Saskia Duives-Cahuzak van de vakgroep Schapenhouderij van de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (ZLTO). Ze is zelf schapenhouder én Q-koortspatiënt. ,,Het ging precies zoals het moet. We hebben een heel duur systeem om Q-koorts te vinden en dat werkt. Er was nu één dier besmet. Dat was niet eens ziek en dat hebben we toch gevonden, alles ging piepen. Daarna hebben ze het dier geruimd. Case closed. Nu kunnen we dus voorkomen dat er gebeurt wat er jaren geleden gebeurde.”
Duives-Cahuzak kan wel iets bedenken waardoor een boer een deel van zijn dieren niet zou hebben gevaccineerd. ,,We hebben maandenlang stress gehad om blauwtong. Dat je veel zieke dieren hebt en door de stress die inentingen vergeet, kan ik me dat wel voorstellen. Als je ze bewust niet zet, ben je natuurlijk wel dom bezig.”